De geschiedenis van neon

1. De uitvinding

Voor wat de geschiedenis van de neon betreft zullen we ons niet alleen beperken tot de uitvinder van de neon maar ook de vorderingen in het productieproces en dan met name de rol die Philips heeft gespeeld bij de totstandkoming van de suspensie neon.

De allereerste aanzet tot het opstaan van de neonbuis werd, zoals dat wel vaker gaat, bij toeval gedaan. Het was de Franse astronoom Jean Richard die in 1675 met zijn barometer aan het spelen was en tot zijn stomme verbazing een lichtflitsje zag. Jean begon het een en ander te onderzoeken, maar kwam in zijn leven niet tot de ontdekking van het ontstaan van de flits. Het onderzoek kwam breed opgang en heeft uiteindelijk tot de ontdekking van elektriciteit geleid, Thomas Edison speelde hierin een bepalende rol.

De neonverlichting zoals mij die kennen zag het licht in1902. Ook deze keer speelde het toeval weer een grote rol. De Fransman (chemicus, ingenieur en uitvinder) Georges Claude (1870-1960) deed de ontdekking toen hij opzoek was naar een manier om zuurstof vloeibaar te maken. De ontdekking van elektriciteit speelt wederom een grote rol in dit verhaal. In één van Claude’s experimenten werd een gesloten glazenbuis gevuld met neongas aangesloten op een elektrische stroom en voila de eerste aanzet tot onze mooie neonbuizen. Nu zul je wel denken waarom stopt die Claude neon in een buis? Het neongas was een bijproduct in het procedé zuurstof vloeibaar te maken.

Uiteindelijk is het Claude gelukt om ook voor de industrie zuurstof, vloeibaar stikstof en argon vloeibaar te maken. Om deze producten aan de man te brengen richtte hij de firma Air Liquide op, die nog steeds bestaat.
Terug naar de neon. Claude bleef zijn toevallige ontdekking besturen, omdat hij niet kon begrijpen dat het neongas oplichtte door het aan te sluiten op elektriciteit. Na veel studie en experimenteren ontstak Claude in 19010 de eerst neonlamp door een buis te vullen met neongas el elektriciteit. Deze uitvinding werk voor het eerst aan het publiek getoond tijdens de Autosalon in Parijs. Mensen noemden het vloeibaar vuur.

Claude bleef trouw aan zijn neonuitvinding en was overtuigd van de commerciële kracht van zijn uitvinding indien hij er een betrouwbare lichtbron van kon maken en net zo belangrijk het verkrijgen van een patent. Het patent krijg hij en de productie werd opgestart door zijn bedrijf Claude Neon. De grote doorbraak voor de neonverlichting in de reclame kwam in 1923 toen het bedrijf van Claude twee neonlichtreclames verkocht aan autodealer Packard in Amerika. De installaties werden verkocht voor $ 12.000,= per stuk. Het werd voor iedereen duidelijk dat de neonglasbuizen in iedere vorm waren te buigen.
Nu kwam de verkoop van neonlichtreclame in een stroomversnelling en veroverde snel geheel Amerika. Even later was niet neon niet weer weg te denken uit het straatbeeld. Neon sierde de gevels van casino’s, motels, benzinestations en restaurants.

Ook de ontdekking de buizen te vullen met andere gassen (en mengsels daarvan), zodat andere kleuren ontstaan (helium is goudgeel, argon is blauw, xenon is paars en krypton is flets paars), heeft bijgedragen aan de grote populariteit van neon, want zo zijn we het blijven noemen.
Nog even voor de duidelijkheid: neon heeft een fel rode brandkleur en de verlicht komt tot stand door een hoge spanning aan de uiteinden van de buizen te zetten (de gasontlading). De elektronen van het gas gaan door de ontlading naar een hoger energie level, door de terugval in energie geeft het gas het ons zo bekende neonlicht af.
Verder had onze vriend Claude zit beter alleen op de wetenschap kunnen concentreren en zich verre houden van politiek. Hij had een afkeer van democratie en was een voorstander van terugkeer van het koningshuis. Tijdens de tweede wereldoorlog sloot hij zich aan bij de Vichy regering, of terwijl de Duitsers. Dit werd hem na de oorlog niet in dank afgenomen en resulteerde in een levenslang gevangenis straf, hoewel hij al in 1950 werd vrijgelaten.

2. De rol van Philips (Neon in Nederland van Roeland Schweitzer)

De Nederlandse neonbranche is niet zo groot. De meeste mensen in de neonindustrie behandelen accounts, ze doen aan metaal- of kunststofbewerking en ze installeren draden. Philips heeft enorm veel aan de neonproductie verbeterd. Om te beginnen al het aanbrengen van de poeders, de elektrodes tot en met trafo’s. Philips begon al in 1925 met neon. In de jaren 50 en 60 hadden ze het grootste neonbedrijf van Nederland met een 15-tal glasblazers. Maar omdat neon een ambacht is en nauwelijks een industrie is het Philips-hoofdstuk in 1973 gesloten. Installateur Janse nam de glasblazerij over en werd in een klap het grootste lichtreclamebedrijf van Nederland.

Philips ontwikkelde unieke machines voor de toepassing van hun wereldvermaarde suspensiesysteem. In plaats van de fluorecentiepoeders vast te lijmen ontwikkelde men de suspensietechniek, waarbij het neonglas in de oven wordt verhit tot de sintering van de poeders aan de glaswand plaatsvindt. Ook het vacuüm pompen voor de gasvulling verloopt bij hogere temperatuur beter dan bij normale temperatuur.

Philips begon officieel in 1921 met de productie van neon, maar pas in 1925 kwamen er producten op de markt. Toen ging het ook meteen hard, want in 1929 produceerden ze al 45 km neonglas per jaar. Dat betekent al snel tientallen procenten van de markt. De Philips persdienst heeft echter geen materiaal uit die beginperiode kunnen vinden. Vanwege de grote afzet opende men ook een fabriek in Amsterdam. Philips beschikte over het unieke Philips suspensie systeem, waaronder de poedercoating zeer perfect gebeurde. Dit systeem is ongeëvenaard en wereldberoemd. Het installeren besteedde Philips uit.

Bij Philips had men een zeer grote glasblazerij waar op het hoogtepunt wel 15 glasblazers werkten. Men beschikte bovendien over een uitgebreide ontwerpafdeling. Philips leverde een meerjarige zeer gedegen opleiding tot glasblazer en een uitstekend salaris in de op een na hoogste functieklasse 10. Nadeel was de strakke regulering. Voor het blazen van een bepaalde letter stond een bepaalde tijd. Een bocht in 22mm glas moest je bijvoorbeeld in 5 minuten klaar hebben. Dat betekende blazen en blazen. Bovendien moest je bij Philips staan en daardoor was het zwaar werk. De inmiddels gepensioneerde glasblazers van Philips klagen daar nu over. Maar Philips leverde wel kwaliteit. Een Philips glasblazer, dat was iets. Men blies er dan ook met zijn stropdas aan.

Philips had zijn neonbedrijf oorspronkelijk in de tolstraat 129 in Amsterdam. In 1966 werd het bedrijf verplaatst naar de Philips fabrieken in Roosendaal, waar ook de TL-buizen gemaakt werden. In 1973 viel het doek voor de neon-afdeling van Philips. Neon was te lastig. Het ging slecht met de neon, de TL-lichtbakken rukten op. Maar vooral paste het zeer ambachtelijke en arbeidsintensieve neonproduct niet goed binnen de industriële opvattingen van de multinational.

In 1930 is er in Utrecht eveneens een Lichtweek. In 1934 wordt er bovenop het Scheveningse Kurhaus een grote neoninstallatie geplaatst door de Amsterdamse firma A.T.H. Janse.

In die tijd barst er ook de eerste discussiegolf over ongewenste uitwassen van neon goed los. Er zijn diverse rellen. Neons moeten worden verwijderd wegens uitzichtvervuiling. In het “Officieel orgaan van het Genootschap voor Reclame” pleit de kunstenaar L. Moholy-Nagy in 1934 voor meer controle op lichtreclames en etalages. Schilderijen moeten aan esthetische normen voldoen, waarom het straatbeeld dan niet? Er zijn ook voorbeelden waar men wel enthousiast over is. Het zojuist voltooide pand van de volharding wordt in 1928 in het tijdschrift Reclame geroemd als “eerste gebouw in ons land, waar de lichtreclame geheel als onderdeel van de architectuur aanvaard is.”

3. De Toekomst

Neonmakers veranderden en veranderen lettertypes, het zijn geen grafici of vormgevers. Bij vergroten of verkleinen werd en wordt de spatiëring niet altijd aangepast. Met behulp van een briefpapiertje en een pantograaf kwam men met een heel eind. Het probleem is dat de letterverhoudingen worden gewijzigd. Tegenwoordig gebeurt dat nog net zo goed, omdat iedereen met een pc de meest zotte bewerkingen kan uitvoeren. Daar gaat de leesbaarheid, de rust, het ritme. Dat neemt niet weg, dat er toch typografisch gesproken prachtige neon verschijnt. Bij de grotere designstudio’s als Dumbar, Premsela en Total Design heeft men het specifieke kennis in huis en ook de grotere neonbedrijven beschikken over het algemeen over voldoende deskundigheid.

Ze hebben vaak grafici en typografen in dienst of huren ze in. Er zijn gespecialiseerde ingenieurs op de markt, zoals René Bubberman (Wolf Design Delft), die zich al vanaf zijn studie toelegt op leesbaarheidsaspecten van neon. Daarbij horen berekeningen over invalshoeken, letterhoeken, letterhoogte in relatie tot afstand, specifieke spatiëring, ook in de relatie tot de kleur en lettertypen.

Opleiding

Opleidingen tot glasblazer en neondeskundige zijn er nauwelijks, Dick Boonstra van De Blaecker in Rotterdam, groothandel in neonproducten als trafo’s en elektroden, geeft een opleiding zaan de Delftse van der Made Technische Scholen Gemeenschap. Een avond per week is veel te weinig, zegt hij zelf. De UNETO heeft hier een taak, zeggen anderen. Alles ontbreek, zelfs opleidingen op hoogspanningsgebied. Boonstra en Bubberman publiceren ook. Voornamelijk in Sign & Display verschijnen technische verhandelingen van hun hand. Dit zijn minimale basisvoorwaarden voor een gezond klimaat. Verder geeft het glasmuseum in Diever cursussen glasblazen en tot slot hebben een aantal glasblazers leerlingen in opleiding.

Al met al blijft dit een zeer smalle basis, om de deskundigheid op peil te houden. Rudi Stern vind de kwaliteit van de neon in Nederland hoog, maar het innovatieve gebruik en neonklimaat matig. Een andere zwakke basis is de leverantie van grondstoffen. In Nederland hebben twee leveranciers 80% van de markt in handen.

Suspensieneon

Onze leverancier Suspensieneon van der Ven uit Apeldoorn staat op eenzaam hoog niveau en produceert de neon nog steeds op de oude Philips methode, namelijk de suspensie methode. Het bedrijf is opgericht door Piet van der Ven die in 1925 als leerling-glasblazer bij Philips is begonnen. Vervolgens heeft hij een paar jaar bij een Claude-franchise in België gewerkt. Rond 1931 werd hij de eerste glasblazer van Ten Have. In dat jaar immers vervielen de patenten van Claude en kon iedereen neon gaan maken.

Van der Ven kon niet echt goed aarden in Groningen en vertrok in 1936 naar de firma Esco in Amsterdam. Na enige jaren Esco begon van der Ven samen met compagnon Wildschut voor zichzelf onder de naam ANRI neon, Amsterdamse Neon Reclame Installaties. Inmiddels brak de oorlog uit en het gebruik van neon werd verboden. Voor veel neonbedrijfjes was dit de doodsteek. Van der Ven maakte in de oorlog instrumenten en sierglas, later gevolgd door spelden en glazen lullen als mallen voor condooms. Andere glasblazers maakten bijvoorbeeld vaasjes van oude lampen. Van der Ven was nauw betrokken bij het verzet, hij had circa 40 onderduikers in twee verborgen etages van een pand aan het Damrak, bovendien werd daar het verzetsblad Trouw gedrukt. Bij een razzia werden 7 medewerkers gefusilleerd.

Na de oorlog pakt Van der Ven de neon weer op. Zijn firma ANEPRO leverde Artistieke Neon producten en was eerst in de Rozenstraat en later op de Overtoom gevestigd. Hij heeft deze zaak overgedragen. Onder de naam Suspensie Van der Ven begon hij in 1956 weer eens van voren af aan op de Lijbaansgracht. Dit bedrijf heeft hij doorverkocht aan de van Shell afkomstige glasblazer Gerard Sproet, die er zijn Algemene Glasblazerij Amsterdam vestigde. Sproet is tot 1991 doorgegaan, de laatste jaren op het Amsterdamse Veemarktterrein. Sproet wordt samen met de Scheveningse Gerard leder als de absolute top op het gebied van glasblazen beschouwd. Sproet heeft zijn kennis doorgegeven aan Van Schuppen lichtreclame in Veenendaal. Van der Ven kwam uiteindelijk in Apeldoorn terecht, waar een nauwe verwevenheid met De Sleutel ontstond. De bedrijven waren zelfs een aantal jaren samen. Gubitz deed de verkoop en van der Ven blies het glas, daar kwam het op neer. Een van de grotere afnemers is ME Graphics.

Het heden

Tegenwoordig wordt het bedrijf geleid door de vierde generatie van der Vens, de gebroeders Steven en Wil van de Ven en is het bedrijf nog steeds gevestigd in Apeldoorn en houden de mannen nog immer vast aan de suspensie methode. Neonglas van de aller hoogste kwaliteit. Zoals de oude Piet van de Ven met het uitbreken van de tweede wereldoorlog een enorme tegenslag te verwerken kreeg hebben de broers Steven en Wil van der Ven de LED revolutie weten te overleven door vast te houden aan de superieure lichtopbrengst van de neonbuizen en te blijven geloven in de kracht van de mooiste vorm van lichtreclame. Nu de economische crisis al weer een tijdje voorbij is en menigeen door heeft dat ook aan LED verlichting beperkingen zitten en dat het sprookje dat led verlichting energiezuiniger is dan neon eindelijk uit is, is er weer een mooie toekomst voor neon en dan vooral suspensie neon. De is heel simpel: bij gelijke lichtopbrengst is neon energie zuiniger dan LED! Wij zijn in ieder geval overtuigd van een mooie toekomst voor de neon.